Het betreft een meetinstrument dat het niveau van iemands productiviteit/werkniveau meet, waarin aard van het werk en vaardigheden m.b.t. werken worden meegenomen. Het volgende kan worden vastgesteld: 1) iemands huidige competentie om te werken, 2) het soort van banen waarvoor de persoon is gekwalificeerd, 3) of de persoon niet productief is, productief is maar niet-competitief werk doet (gesubsidieerd/beschermd), of (parttime dan wel volledig) loonvormende arbeid op de vrije markt verricht, en 4) of in algemene zin de mogelijkheid om te werken die de persoon op dit moment heeft bereikt, het premorbide niveau van school/werk benadert. Bij de inschaling worden de volgende hoofdcategorieën onderscheiden: niet-productief werk, productief niet-competitief (gesubsidieerd) werk en reguliere loonvormende arbeid. Het instrument werd specifiek ontwikkeld voor het meten van de mate van arbeidsgeschiktheid aan het einde van een trainingsprogramma en voor de follow-up metingen.
Auteur(s) | Ben-Yishay Y (1987); Nederlandse versie: van Balen HGG (1992) |
Toelichtingsformulier | |
Meetinstrument | |
Doelgroep(en) | Volwassenen |
Soort meetinstrument | Vragenlijst |
Functies | Opleiding, beroep/werk, economisch leven |
Lichaamsregio's | |
Aandoeningen | Traumatisch hersenletsel, Zenuwstelsel en zintuigen |